Slimmer stapelen: conceptueel bouwen in de appartementenmarkt
De woningnood stijgt, maar in de appartementenbouw blijven we vaak vasthouden aan traditionele methodes.
Conceptueel bouwen biedt een alternatief: sneller, slimmer en met minder materiaal. Door te standaardiseren en samen te werken in de keten ontstaat ruimte voor daadwerkelijke versnelling en verduurzaming. Olga Görts-van de Pas, directeur Netwerk Conceptueel Bouwen, en Vincent Vierwind, managing director GOLDBECK Nederland, delen hun visie op hoe we met conceptueel denken de appartementenmarkt kunnen versnellen. Hun boodschap: pak het anders aan en durf gewoontes los te laten.
De noodzaak van sneller bouwen
Nederland staat voor een grote bouwuitdaging: “In de komende 10 jaar moeten we 1 miljoen woningen bouwen”, stelt Olga. Om hieraan te voldoen moeten we meer bijbouwen: niet alleen in grondgebonden bouw, maar in gestapelde bouw in de vorm van appartementen. “De vraag naar appartementen wordt steeds groter.” Volgens Olga is er een toenemende behoefte aan kleinere woningen in stedelijke omgevingen. Conceptuele bouwmethoden bieden de oplossing voor deze groeiende vraag.
Bouwen voor de toekomst gaat niet alleen gaat niet alleen om de hoeveelheid beschikbare woningen, maar ook om de urgentie van klimaatverandering. Volgens Olga gaat dit om fundamenteel andere keuzes maken in de bouw: “We hebben onze mond vol over verduurzaming. Als puntje bij paaltje komt, speelt geld vaak een rol.” Deze transitie vraagt om een andere visie: voorbij de prijs van vandaag kijken en durven te investeren in de duurzame toekomst van morgen. De vraag is: kunnen we dit kortetermijndenken doorbreken?
Conceptueel bouwen als oplossing
De enorme bouwopgave is met traditionele methodes moeilijk haalbaar. Olga legt uit hoe conceptueel bouwen hier een schaalbaar en sneller alternatief biedt: “Ik verwacht dat er in de toekomst ook sociale huurwoningen gesloopt en vervangen zullen gaan worden” stelt Olga. “Dan is een woningconcept een uitstekend middel om dat op een snelle en efficiënte wijze te doen."
Met conceptueel bouwen verschuift de focus van losstaande oplossingen naar standaardisatie. Dit maakt het mogelijk om slimmer, sneller en schoner te bouwen, met behoud van een goede prijs-kwaliteitverhouding. Oplossingen worden niet langer bedacht door de opdrachtgever, maar samen ontwikkeld door bouwers en toeleveranciers. Dat vraagt om een andere manier van werken én samenwerken. Olga zegt daarover: “Dus andere processen, nieuwe producten, innovatievere producten. Maar ook een heel andere houding en gedrag, die door de hele keten voelbaar moet zijn.”
Ook Vincent benadrukt het belang van conceptueel bouwen, van niet continu het wiel opnieuw uitvinden: “We weten wat we willen, de ideeën zijn duidelijk. Goed is goed.” Door herhaalbare concepten te gebruiken, wordt het bouwproces voorspelbaarder en schaalbaarder. Hierdoor kunnen conceptbouwers weer meer tijd investeren in het bedenken van nieuwe toepassingen en innoveren.
Van beton op locatie naar bouwen in de fabriek
Een concreet voorbeeld van hoe het anders kan, is de samenwerking tussen GOLDBECK Nederland en VBI. Samen ontwikkelden zij een conceptueel appartementenbouwsysteem, waarbij ze de kracht van prefab bouwcomponenten bundelen. Voor de vloeren werkt GOLDBECK in Nederland bewust samen met VBI. “In andere landen produceren we zelf de vloer,” vertelt Vincent. “Maar dat vinden wij qua transport niet duurzaam. In Nederland kiezen we daarom voor VBI als toeleverancier.”
Dit maakt het mogelijk om het bouwproces zoveel mogelijk in de fabriek te realiseren, in plaats van op locatie. “We willen bouwen niet op de bouwplaats doen, maar assembleren in de fabriek,” legt Vincent uit. Dat maakt het proces niet alleen sneller en minder foutgevoelig, maar ook slanker. “We proberen zo innovatief mogelijk en zo slank mogelijk in de fabriek te zijn. Dat is de duurzaamheid die wij erin willen brengen.”
Door vooraf na te denken over standaard plattegronden en slimme indelingen, is het mogelijk om materiaalgebruik te minimaliseren zonder in te leveren op kwaliteit. Het resultaat: een schaalbaar bouwconcept dat laat zien dat laat zien dat prefab bouwcomponenten zoals kanaalplaatvloeren perfect zijn voor de appartementenbouw.
Barrières door(breken) en leren van andere landen
Waar in Nederland gebiedsontwikkeling soms tien jaar duurt, worden in Berlijn complete woonwijken gerealiseerd binnen twee tot drie jaar. Volgens Vincent Vierwind komt dat niet alleen door minder regelgeving, maar vooral door een andere mentaliteit: doen in plaats van eindeloos afstemmen. “In Duitsland maken ze meters, wij blijven hangen in overleg,” zegt hij.
In Nederland ligt de versnelling van woningbouw onder druk door trage vergunningsprocedures en belemmeringen zoals de stikstofproblematiek. “Op dit moment vind ik stikstof echt het grootste probleem,” stelt Vincent. De doorlooptijden van omgevingsvergunningen zijn volgens hem veel te lang.
Daarnaast speelt het gedrag in de keten een rol: “We moeten veel meer opgave-volwassen worden,” benadrukt Olga, “en samen verantwoordelijkheid nemen voor het grotere geheel.” De sleutel ligt in transparantie, wederzijds begrip en het durven doorbreken van ingesleten gewoontes.
Bouwen aan de omslag
De bouwopgave in Nederland is enorm, maar het antwoord ligt niet in verder bouwen met traditionele middelen: het ligt in anders denken. Conceptueel bouwen biedt de kans om sneller, slimmer en duurzamer te bouwen. Niet door telkens het wiel opnieuw uit te vinden, maar door herhaalbare, goed doordachte oplossingen op te schalen. De samenwerking tussen GOLDBECK en VBI laat zien hoe dat eruitziet in de praktijk: bouwen vanuit de fabriek, met minder materiaal en meer kwaliteit. Kanaalplaatvloeren sluiten daar perfect op aan: licht, efficiënt, prefab geproduceerd en uitstekend inpasbaar in herhaalbare woonconcepten.
Doorbrekers in de bouw is een podcastserie van VBI over slimmer en duurzamer bouwen. Benieuwd hoe Vincent en Olga verder ingaan op deze omslag in de bouw? Bekijk de volledige aflevering via YouTube of luister via Spotify.